Eerste hulp bij lage spanning
Als de spanning op de elektrische afrastering te laag is, is het belangrijk maatregelen te nemen om deze spanning te verhogen. Dit houdt vaak de aanschaf van een sterker schrikdraadapparaat in. Het is echter beter om eerst te onderzoeken wat de oorzaak is van de lage spanning. Meestal is het te wijten aan onvoldoende aarding of te veel verlies in de afrastering zelf.
Onvoldoende aarding
Als het schrikdraadapparaat onvoldoende geaard is, functioneert de hele afrastering slecht. Je controleert de aarding door een ijzeren paal tegen de afrastering te plaatsen op een afstand van 100 meter van het schrikdraadapparaat. Door deze kortsluiting te veroorzaken, zorg je ervoor dat er minder spanning op je afrastering staat. Is het nu minder van 1000V? Dan kun je verder gaan. Is de spanning nog steeds meer dan 1000V? Plaats dan nog een paar palen tegen de afrastering totdat de spanning wel onder de 1000V zakt.
Loop dan naar de aardpen en meet de spanning erop. Je kunt dit meten door het meetapparaat tegen de aardpen te houden en de draad ongeveer een meter vanaf de aardpen in de grond te steken. Is de gemeten spanning minder dan 300V? Dan is je aarding in orde. Is de spanning meer dan 300V? Plaats dan extra aardpennen en voer de test opnieuw uit. Als je midden in een droge periode zit, is het vaak ook voldoende om de aarde rond de aardpennen nat te maken.
Overmatig verlies in de afrastering zelf
Elke elektrische afrastering verliest spanning naarmate deze langer wordt. Daarom heb je voor een langere afrastering een sterker apparaat nodig. Waar je wel controle over hebt is de omvang van het verlies. In de praktijk komen onderstaande situaties vaak voor:
1. Roestige draden of poortgrepen;
Roest is slecht voor geleiding, zelfs als het oppervlakkig is. Bovendien verspreidt roest zich vaak snel naar andere onderdelen.
2. Verkeerde verbindingen;
Elektrische afrasteringen worden vaak aan elkaar geknoopt. Deze knopen veroorzaken een slechte geleiding. Gebruik daarom altijd een geschikte draadverbinder of vervang de draad. Ook veroorzaken verkeerde verbindingen soms vonken. Deze vonken beschadigen de afrastering en zorgen ervoor dat deze sneller roest.
3. Kapotte of versleten isolatoren;
Dit veroorzaakt een harde kortsluiting en dus spanningsverlies.
4. Te veel begroeiing tegen de draad;
Elk blad creëert een kleine kortsluiting en dus een lagere voltage. Een beetje begroeiing tegen de draad zou geen probleem moeten zijn, mits het schrikdraadapparaat sterk genoeg is.
5. Geen grondkabel of poortgreepanker bij een poort;
Gallagher adviseert een geschikte grondkabel onder elk vast hek. Dit is het beste voor geleiding en het veiligst voor het dier. In de praktijk is dit niet voor elke poort mogelijk. Gebruik in dat geval een poortgreepanker. Vaak wordt de poortgreep in een lus van elektrische afrastering gehangen. Dit creëert een kleiner contactoppervlak en dus minder geleiding.